Cor Noltee (1903-1967): Een impressionist in hart en nieren
Bernardus Cornelis “Cor” Noltee, geboren in Den Haag in 1903, was een veelzijdige kunstenaar die een zeer groot oeuvre heeft nagelaten aan olieverfschilderijen, aquarellen en tekeningen.
Zijn reislust bracht hem naar alle uithoeken van Nederland, maar ook naar Europese steden waaronder Antwerpen, Parijs en Brugge. In 1937 vestigde hij zich definitief in Dordrecht.
Noltee was een impressionist in hart en nieren. Als leerling van de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag kreeg hij les van gerenommeerde kunstenaars, waaronder Henk van Leeuwen, J.G. van Jole en Willem de Zwart. Hij hield van het vastleggen van landschappen, stadsgezichten (met sleperspaarden) en riviergezichten en trok er dan ook vaak op uit. Het weer deerde hem niet, bewoners van de Kop van 't Land zagen hem vaak in hondenweer buiten aan het werk.
Uit zijn brede, krachtige- en zelfverzekerde penseelstreken sprak zijn eigenzinnige karakter. Hij bleef altijd trouw aan zijn uitgangspunten en maakte zelden "kopietjes in opdracht". Deze robuuste stijl leverde hem de bijnaam “de Dordtse Breitner” op. Hoewel soms wat dramatisch uitgedrukt zijn de (zelf) portretten misschien wel het hoogtepunt uit zijn oeuvre.
Tijdens zijn verblijf in Parijs (hij is er meerdere keren geweest, maar in ieder geval in 1935) raakte Noltee geïnspireerd door de Franse impressionisten. Hij experimenteerde met kleur en licht, en zijn werk kreeg een levendige, bijna dromerige kwaliteit.
In Dordrecht was hij vaak te vinden in de buitengebieden rond de stad, had een atelier bij de Kop van 't Land en ging regelmatig met collega kunstenaars Daan Muhlhaus en Steef Wijnhoven de Alblasserwaard of de Biesbosch in.
In de vroege periode schilderde hij veel "in het grijs", later zien we weer meer bruin. Typische kleuren van het rivierengebied waarin Dordrecht ligt. Weer later werd het palet lichter, kleuriger en bonter.
Begin '60 kwam er een belangrijke opdracht van de gemeente Dordrecht. Deze vroeg hem de sanering van de binnenstad vast te leggen in tekeningen en schilderijen. Daarmee maakte hij zich bij de Dordtse bevolking onsterfelijk en er hangen dan ook honderden werken van hem bij Dordtenaren aan de muur.
Rond de jaren '60 probeerde hij zichzelf opnieuw uit te vinden na het zien van werken van Van Gogh en de opkomst van de Cobra-beweging. Hij had een atelier in het hart van de Biesbosch wat hem inspireerde om met het paletmes direct op het doek sterk expressionistische werken te maken. Helaas is hij te vroeg overleden om dit volledig tot wasdom te laten komen hoewel er uit die periode maar weinig werken op de markt komen.
Hij overleed in 1967 aan longkanker (als vervend roker schilderde hij zichzelf vaak met peuk in de mond) in het Gemeenteziekenhuis te Dordrecht.
Bron: diverse media, persoonlijke gesprekken met familie en het boek "Cor Noltee - breed gezien" van Bert Jintes.
De Dordtse school
Hoewel er de overgang naar van de 1e-generatie- naar de 2e generatie niet een harde scheidslijn heeft kiezen we hier het grofweg opdelen van de periodes.
De eerste- en tweede generatie Dordtse impressionisten wordt door ons binnen de "Dordtse school" grofweg onderverdeeld in de periode vanaf ongeveer 1880 tot aan de Tweede Wereldoorlog (eerste generatie) en vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan de dood van "De laatste Dordtse impressionist" Thomas van Heck in 2006.
Daar kun je over discussiëren, maar de meeste 1e generatie Dordtse impressionisten waren vóór of net na de Tweede Wereldoorlog overleden. Veel van de 2e generatie zijn weliswaar voor de Tweede Wereldoorlog geboren, maar kwamen pas erna goed "op stoom". Door het lange leven van Thomas van Heck staat de einddatum op 2006, maar vaak wordt 1970 aangehouden als gemiddelde omdat rond die periode de voortrekkers van de 2e generatie impressionisten waren overleden (Cor Noltee ('67), Steef Wijnhoven ('69) en Daan Muhlhaus ('81).